Kan je een medewerker verplichten om naar een besmette gebruiker te gaan?
De VVSG kreeg dit advies vanuit het agentschap:
Naar voorziening:
- Een erkende dienst voor gezinszorg:
Hier wordt de situatie van het weigeren van zorg niet expliciet geregeld, wel moet overeenkomstig het artikel 23 van de bijlage 2 bij het BVR van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers (hierna: BVR 28 juni 2019) een dienst voor gezinszorg de zorg en ondersteuning continu verlenen en de werking van de dienst continu organiseren. De gebruiker moet op de hoogte worden gebracht van eventuele hiaten in de zorg en ondersteuning.
Er wordt hier geen verduidelijking bij dit artikel gegeven, waardoor het moeilijk te achterhalen is wat met dit artikel precies bedoeld wordt. Uit de verplichting dat de zorg en ondersteuning continu moeten worden verleend, lijkt te volgen dat een dienst voor gezinszorg zijn dienstverlening ten opzichte van een gebruiker niet zomaar mag afbreken (vb. omwille van het feit dat de betrokken persoon in thuisisolatie wordt geplaatst).
Het continu organiseren van de dienst lijkt echter geen verbod in te houden voor een dienst voor gezinszorg om een nieuwe gebruiker (die in thuisisolatie zit) te weigeren.
- Een erkende dienst voor thuisverpleging:
Ook hier wordt de situatie voor het weigeren van zorg niet expliciet geregeld, wel bepalen het artikel 14 en 15 van de bijlage 4 bij het BVR 28 juni 2019 dat de dienst een permanentieregeling moet uitwerken voor een optimale bereikbaarheid en dat de dienst een regeling moet uitwerken om de patiënt een continue zorgverlening te kunnen bieden, waardoor de noodzakelijke verpleegkundige zorg verzekerd is. Uit deze twee artikelen kan worden afgeleid dat een erkende dienst voor thuisverpleging niet zomaar een zorgverlening mag stopzetten wanneer een persoon in thuisisolatie wordt geplaatst. Zij zal hier een regeling moeten uitwerken waardoor de noodzakelijke verpleegkundige zorg voor deze persoon verzekerd blijft.
Naar zorgverlener:
- Verzorgenden: Noch in het decreet van 18 juli 2008 betreffende de zorg- en bijstandsverlening, noch in het besluit van 27 maart 2009 betreffende de zorg- en bijstandsverlening in de thuiszorg is een bepaling opgenomen betreffende de verplichting tot zorgcontinuïteit of de weigering van zorg. Hier lijkt het dus mogelijk dat een verzorgende weigert om zorg te verlenen (met uitzondering hetgeen bepaald in onder algemeen).
- Verpleegkundigen: Voor verpleegkundigen kan er gewezen worden op artikel 27, §1, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. Overeenkomstig dit artikel mag een verpleegkundige een aan de gang zijnde behandeling van een patiënt niet bewust en zonder wettige reden van hun kant onderbreken, zonder vooraf alle voorzieningen te hebben getroffen om de zorgcontinuïteit te garanderen. Een thuisverpleegkundige kan dus niet zomaar de verzorging stopzetten wanneer deze persoon in thuisisolatie moet, zij moet hiervoor de nodige voorzieningen treffen om de zorgcontinuïteit van de gebruiker te garanderen.
De vraag of een verpleegkundige mag weigeren een nieuwe patiënt te behandelen wordt niet duidelijk in de regelgeving beantwoord, waardoor dit naar onze mening wel mogelijk is (met uitzondering wat bepaald is onder algemeen).
- Algemeen: Overeenkomstig het artikel 422bis Sw. Is het strafbaar wanneer iemand weigert om hulp te verlenen aan iemand die in groot gevaar verkeerd, voor zover de betrokkene het gevaar zelf heeft vastgesteld of voor zover de toestand van het gevaar hem werd beschreven door zij die zijn hulp inroepen.
Dit houdt in dat wanneer de persoon wiens hulp men inroept kon geloven dat het verzoek niet ernstig was of dat er geen gevaar aan verbonden was, is hij niet strafbaar is (vb. hiervoor zal het dus meespelen voor welk soort behandeling de tussenkomst wordt gevraagd. Gezien het een imminent gevaar is, zal hier voornamelijk beroep worden gedaan op de hulpdiensten). Bovendien moet men enkel tussenkomen voor zover men kon helpen zonder gevaar voor zichzelf of voor anderen (vb. wat als de betrokkene geen materiaal heeft om zichzelf tegen een eventuele besmetting te beschermen).
CONCLUSIE: Het lijkt moeilijk om medewerkers van een thuiszorgvoorziening te verplichten om verzorging aan te bieden aan een persoon die in thuisisolatie moet. Via de weg van de verplichting tot zorgcontinuïteit kan wel een oplossing gevonden worden voor de personen die al in behandeling waren bij een bepaalde verpleegkundige. Wat betreft de verzorgenden zien geen mogelijkheden in de regelgeving om hen te verplichten deze zorg op te nemen. Mogelijk bestaan er hier wel mogelijkheden in het kader van de arbeidsverhouding werknemer – werkgever van de thuiszorgvoorzieningen, al lijkt ons dit ook voer voor discussie.
Uiteraard sluiten we niet uit dat er geen regelgeving bestaat waarin, mocht het noodzakelijk zijn, mensen kunnen worden opgevorderd om geneeskundige verzorging aan te bieden. We hebben echter geen weet van het bestaan van dergelijke regelgeving, die dan tot de bevoegdheid van de FOD Volksgezondheid zou behoren.